DACSEV Miklós
Geboren : 17 oktober 1932 (Dorog, Hongarije)
Overleden : 6 maart 1977 (Canarische Eilanden, Spanje)
Club(s) als speler: Dorogi Athlétikai Club (1942-'49, jeugd), Dorogi Tárna (1949-'50, 2de divisie), ÉDOSz SE (uitgeleend door Dorogi, 1950), Dorogi Bányász SK (1950-'57, 1ste divisie; 92 wedstr.), RSC Anderlecht (1957-'62, eerst 1 jaar geschorst, nadien 30 wedstr., 0 goals), DOS Utrecht (Nederland, 1962-'65, 39 wedstr., 0 goals, en gestopt)
Positie: Centrale achterspeler
Dacsev Miklós werd geboren in Dorog en begon daar ook met voetballen in de jeugdploegen bij Dorogi AC. In 1949 debuteerde hij in het eerste elftal van Dorogi Tárna. In 1952 bereikte de centrale verdediger met zijn team de finale van de Beker van Hongarije, maar verloor daarin van Bastya Boedapest. Tot 1957 verdedigde Dacsev de kleuren van de Hongaarse club Dorogi Bányász SK, op een korte uitleenbeurt na bij ÉDOSz SE in 1950, waar hij nog samenspeelde met Czibor Zoltán!.
ÉDOSz SE maakte in feite deel uit van Ferencvárosi TC, dat na 1949 zijn leidersrol in de Hongaarse competitie zag overgenomen worden door Budapesti Honvéd.
In 1957 trok hij naar België, waar hij zich aansloot bij RSC Anderlecht. In zijn eerste seizoen kwam hij wegens een schorsing niet aan spelen toe (zie kaderartikel onderaan). Nadien kreeg hij van trainer Bill Gormlie amper speelkansen. In 1960 keerde het tij: Dacsev werd door de nieuwe coach, Pierre Sinibaldi, regelmatig opgesteld. Maar een seizoen later was hij het vertrouwen opnieuw kwijt. De Hongaar veroverde dat jaar wel nog de landstitel (1962), maar vertrok dan naar Nederland. Doordat in die dagen een buitenlandse speler nog een zeldzaamheid was, was Dacsev samen met ploegmaat Karsay Sándor, eveneens een Hongaar, de eerste buitenlander die met Anderlecht de titel won. Ook met een andere landgenoot bij Anderlecht, Wölbling József, speelde hij nog samen.
Dacsev verhuisde dus in 1962 naar D(oor)O(efening)S(terk) Utrecht, maar veel meer speelkansen kreeg hij er niet. Uiteindelijk voetbalde hij drie jaar voor DOS, alvorens ernstig ziek te worden.
In 1977 overleed Dacsev aan de gevolgen van een ongeneeslijke ziekte op de Canarische Eilanden, Spanje. Hij werd begraven in Brussel op 16 maart.
Opeenvolgende naamwijzigingen van Dorogi:
- Dorogi Athlétikai és Futball Club (1914-1922)
- Dorogi Athlétikai Club (1922-1949)
- Dorogi Tárna (1949-1951)
- Dorogi Bányász SK (1951-1967)
- Dorogi Atlétikai Club (1967-1983)
- Dorogi Bányász SC (1983-1995)
- Dorogi Sport Egyesület (1995-1997)
- Budalakk Konzorcium FC Dorog (1997-1998)
- Dorogi Futball Club (1998-heden)
|
|
Dorogi Bányász SK in Bratislava 30 mei 1950:
(staande) Prohászka, Bakonyi, Kónya, Pozsonyi, Török en Pálmai.
(gehurkt) Révész, Varga, Horváth, Dacsev Miklós en Ilku II. |
Dacsev behaalde voor Hongarije geen officiële caps, maar werd wel geselecteerd voor de nationale B-ploeg en speelde ook in voorbereidingswedstrijden van het Hongaars Olympisch team.
Hongaarse spelers naar België na de Hongaarse revolutie van 1956:
Na de Hongaarse Opstand en tijdens het repressieve beleid in hun thuisland streefden veel Hongaarse voetballers er naar om in het buitenland te gaan spelen. Dus begonnen ook vele clubs in Europa, die wisten dat er enorm veel talent zat in Hongarije, mogelijkheden te zien in spelers die de wens uitspraken om te vertrekken.
Ook in België namen vele clubs het voortouw om Hongaarse spelers naar de eerste klasse te brengen. Deze voetballende Hongaren kregen van de officiële instanties bevoegd in België een vluchtelingenstatuut toebedeeld. De FIFA oordeelde dat de normale, reeds werkende, nationale normen ook moesten gelden voor de Hongaarse vluchtelingen. Dat betekende dus wanneer één van deze Hongaarse voetballers een aansluitingskaart ondertekende ten gunste van een Belgische club, de club of de speler zelf de voorziene formaliteiten gewoon in orde moest brengen. De Hongaarse voetbalbond moest dus wel in elk specifiek geval worden geraadpleegd. Als de speler in kwestie nog aangesloten was bij de Hongaarse bond, maar deze de transfer weigerde, moest de Hongaarse voetballer artikel 13 van de FIFA in werking laten treden. Inzake het statuut van de Hongaarse spelers vielen voor de KBVB al deze voetballers onder de liefhebberscategorie, en moest bijgevolg élke Hongaarse voetbalmigrant een jaar wachttijd uitzitten, zelfs mits goedkeuring om mee te voetballen van zijn oude bond.
De Hongaarse voetbalbond liet ook aan alle nationale bonden van Europa weten, dat ze vanaf 1957 alle spelers een transfer weigerde te gunnen. Geen enkele speler mocht dus van de Hongaarse competitie getransfereerd worden naar een andere Europese competitie. De Belgische Voetbalbond trok zich hier echter niet veel van aan. Het Uitvoerend Comité achtte het onontbeerlijk een speciale aanvraag te blijven richten tot de Hongaarse Voetbalbond voor iedere specifieke voetballer die zich wilde aansluiten bij de Belgische Voetbalbond.
Zo werden er maar een beperkt aantal voetballers specifiek behandeld door de Hongaarse bond. Voorbeelden daarvan zijn Wölbling József, die van ’58 tot ’59 een jaar geschorst was en daarna een succesvolle speler werd bij Anderlecht. Ook Dacsev Miklós die na zijn jaar schorsing zich in ’57 aansloot bij Anderlecht en daar tot ’62 regelmatig in de ploeg stond, en één van die bekendere Hongaarse voetballers was waarvan de Hongaarse Voetbalbond zich genoodzaakt zag om zijn dossier individueel te behandelen. |
|
ERELIJST :
Clubs als speler:
* Finalist Beker van Hongarije met Dorogi Bányász SK in 1952
* Beste streekploeg van Hongarije met Dorogi Bányász SK in 1950-herfst, 1951, 1954 en 1955
* Tweemaal Kampioen van België met RSC Anderlecht in 1959 en 1962
* Tweemaal tweede in het kampioenschap van België met RSC Anderlecht in 1957 en 1960
* Derde in het kampioenschap van België met RSC Anderlecht in 1961
Nationaal elftal Hongarije:
* 0 officiële caps
* Selecties voor nationale B-ploeg
* Selecties in voorbereidingswedstrijden Hongaars Olympisch team
|
|